En dan moet je je op scherp zetten. Dat heeft het verleden al vaker aangetoond.
Na vier weken sluimerende pijn in mijn schouder, rug en borst, drie doktersbezoeken en evenveel kinesisten later. Ontstekingsremmende pilletjes waar je - volgens sommigen- een hartstilstand van in de hand zou werken (wegkieperen die handel!)- , ontstoken longblaasjes die ondertussen weer helemaal hersteld zijn, had ik het echt gehad. Boze dromen spookten door mijn hoofd en ik raapte alle moed bij elkaar.
"Ik wil het zwart op wit zien staan..", zei ik tegen mijn dokter. "Ik wil echt geen borstkanker."
Zo, het hoge woord was er uit. Het woord dat al voor meer dan 8 jaar ver weg in mijn geheugen begraven zit . Ik had het zover weggestopt dat ik niet wist of ik het er ooit nog uit zou krijgen. Teveel herinneringen aan mijn papa's laatste maanden lieten me al enkele dagen moeilijk los.
Vol verwondering keek ze me aan. "Borstkanker? Je bent pas 25. Ik kijk wel even...". Maar ook een frons verscheen op haar voorhoofd. Mooi... Tot zover de grond onder mijn voeten. Roos en Floris, Roos en Floris, Roos en Floris. Het leek wel een secondewijzer in m'n hoofd.
Voor ik het goed en wel besefte was ik onderweg naar huis met een doorverwijzingsbrief. Vandaag. Een routineklusje, gewoon 'just in case'. Om mezelf gerust te stellen, en haar ook.
Lucky me, ik kon bijna onmiddellijk binnen op radiologie. Nice. Anders had ik waarschijnlijk dread per dread uit m'n hoofd geplukt.
Voor ik het goed en wel besefte was ik onderweg naar huis met een doorverwijzingsbrief. Vandaag. Een routineklusje, gewoon 'just in case'. Om mezelf gerust te stellen, en haar ook.
Lucky me, ik kon bijna onmiddellijk binnen op radiologie. Nice. Anders had ik waarschijnlijk dread per dread uit m'n hoofd geplukt.
Een vriendelijke dame knikte naar me, keek naar m'n brief en vervolgens verscheen er een glimpje medeleven op haar gezicht. "Je bent nog jong voor een borstonderzoek...". Ik wilde schreeuwen: "Zwijg toch! Denk je nu echt dat ik dat zelf nog niet heb bedacht!?", maar ik kon alleen krampachtig glimlachen en zeggen: "Het zullen wel stijve spieren zijn hoor... het is maar voor de zekerheid..". "Tuurlijk", knikte ze me troostend toe. Toe nu...
"De dokter komt er zo aan..."
'Zo', dat is in mijn hoofd 'nu'. Maar 'nu' werd twee keer tellen van 100 tot 0. "Als hij nu komt voor ik aan 0 zit is het slecht nieuws", beeldde ik mezelf in.
Mezelf gek maken, daar ben ik echt een ongelofelijke kei in. Goed zo Lieselotte, als je al verkrampte spieren had, zitten ze nu helemaal verkeerd.
'Zo', dat is in mijn hoofd 'nu'. Maar 'nu' werd twee keer tellen van 100 tot 0. "Als hij nu komt voor ik aan 0 zit is het slecht nieuws", beeldde ik mezelf in.
Mezelf gek maken, daar ben ik echt een ongelofelijke kei in. Goed zo Lieselotte, als je al verkrampte spieren had, zitten ze nu helemaal verkeerd.
De gel was warm. Ik had me voorbereid om de koude plakkerige rommel van op gynaecologie. Je weet wel. Wanneer je vol geluk het kloppende hartje van je kind ziet. Deze echo had een wrange bijsmaak. Ik wilde liefst van de tafel springen en het op een lopen zetten. Nu ja, zonder bovenkledij zou dat echt een waanzinnig gek zicht geweest zijn en hadden ze me misschien wel opgesloten wegens 'ernstig gestoord gedrag'. Dus. Ik bleef liggen. Vanuit mijn ooghoek volgde ik mee op het scherm. Een reuze zwarte vlek werd duidelijk. Was ik het nu die duizelde of was het echt? "Roos en Floris Roos en Floris". Daar was de secondewijzer weer.
Nog geen seconde later zei de dokter: "Geen zorgen. Slechts een cyste. Ze duwt wat op een zenuw..."
Enkele minuten later sprong ik bijna van de tafel. Het is een zenuw. Geen borstkanker. Het woord kwam eruit. Niet uit mijn mond, maar uit die van de dokter. Ik kon alleen maar glimlachen. Naar de verpleegster in de gang, naar de vrouw van de facturatiedienst, naar de man op de parking en tenslotte... héél erg naar mijn kids.
Als ik al dacht dat we op de top van de wereld zaten... Zijn we alleen nog hoger geklommen vandaag...
Nog geen seconde later zei de dokter: "Geen zorgen. Slechts een cyste. Ze duwt wat op een zenuw..."
Enkele minuten later sprong ik bijna van de tafel. Het is een zenuw. Geen borstkanker. Het woord kwam eruit. Niet uit mijn mond, maar uit die van de dokter. Ik kon alleen maar glimlachen. Naar de verpleegster in de gang, naar de vrouw van de facturatiedienst, naar de man op de parking en tenslotte... héél erg naar mijn kids.
Als ik al dacht dat we op de top van de wereld zaten... Zijn we alleen nog hoger geklommen vandaag...