Laatst belde ik met mijn mama. "Waahaat? Ga je alleen met je twee kinderen naar de winkel? Ik ga wel mee! Dat komt nooit goed!". Nu, ik begrijp het wel. Logisch ook dat ze best ongerust is op zo'n moment. Ik ben dan ook een béétje een chaoot. Plannen is niet mijn sterkste kant.
Het begon al 's ochtends vroeg. Voor we naar de winkel konden vertrekken. Kleine Flo moet nog eten en doet dat op zijn uiterste gemakje. Roos is helemaal niet blij met de vrolijke 'opstaaaan' van mama en is al de hele ochtend humeurig door de woonkamer aan het jengelen. Zucht. Het is 10 uur, tijd genoeg dus.
Als ik om 11 uur iedereen naar buiten wil loodsen (twee kinderen én twee honden) gebeurt het: Floris vindt het een prima moment voor een wel erg vuile pamper en ook zijn kleren moeten eraan geloven. Oké, dus terug naar binnen, kleren uit en nieuwe aan. Roos staat - gelukkig - mooi ingepakt, met muts, sjaal en andere toebehoren, lief te wachten.
Aangezien we op een appartementje wonen met een buitentrap, is het niet zo evident allemaal veilig beneden te raken.Het is dan ook nog eens vreselijk glad. Eerst Roos, met de mededeling dat ze flink moet wachten beneden. Daarna de honden. Ook zij hebben recht op een plasmoment. En dan mijn kleinste man in zijn groots transportmiddel: de maxi-cosi (wat haat ik dat ding).
Nadat mijn zoon veilig en wel beneden staat, breng ik de honden weer naar boven. Een lange plaspauze past niet in mijn strak dagschema.
Nu allemaal samen in de auto. Gelukkig investeerden we in een handig klik-ding voor de maxi-cosi en zit Floris snel vast. Ook Roos is snel in safe-modus. Mooi, kunnen we vertrekken.
Rond half twaalf kom ik bij mijn mama binnen gewaggeld. Ook zij woont op de eerste verdieping. Met maxi-cosi aan de arm en een handje voor de dochter raak ik heelhuids boven. Alweer zucht. We zijn er!
Ondertussen heeft mijn kleinste man ontzettend veel zin in MamaMelk en zet hij zijn keel open. We kunnen dus beter eerst even mama-tanken voor we koers zetten richting de winkel. Twintig minuten later laat zoonlief mijn tepel los en komt mijn meisje aangejengeld. "Boke ete?", vraagt ze ongerust. Ze heeft honger. Ik kijk op de klok, het is dan ook 12uur... In no-time zet Moeke de tafel klaar en krijgt Roos een boterhammetje onder haar neus. Op zo'n moment ben ik blij dat er moeders voor moeders zijn. De mijne is onmisbaar in ieder geval.
Het is bijna een uur als ik de parking van de supermarkt op rijd. Roos in het winkelkarretje en Floris snel in de draagdoek. Ik sjees door de winkel, mijn moeder vlakbij. Gelukkig coördineert ze mee mijn boodschappen, anders kwam ik met de helft thuis. Roos knabbelt tevreden op een korstje, heerlijk. Soms is ze echt het flinkste kind ter wereld. Daar kus ik mijn beide handjes voor.
Terwijl ik de auto inlaad (ik de kinderen, Moeke de boodschappen), herinner ik me plots vaag de doktersafspraak om 15u. Ik heb dus nog een uur om daar te raken, parking te zoeken en me aan te melden. En om opvang te zoeken voor mijn dochter, die ik liever weg houd van onnodige ziektekiemen.
Alsof ze mijn hersenen hoort denken, stelt mijn mama voor even op Roos te letten. Ik voel een seconde lang een aangename rust. Probleem opgelost.
Met een gerust hartje vertrek ik richting kinderarts. Ik stuur onze auto de parking van het ziekenhuis op, en meld mijn man dat hij onze dochter kan oppikken bij zijn schoonmoeder.
Ik voel me bijna zen als ik in de wachtkamer plaats neem en een boekje lees. Floris ligt heerlijk weg te soezen en ik voel zijn lijfje zich vullen met slaap. Het kan hem allemaal nogal weinig schelen, dat zijn moeder een stressouder is.
Wacht maar, denk ik, binnen enkele jaren draai je gewoon mee in deze heksenketel. Hopelijk heb je net zo'n moeder als ik heb.
woensdag 21 december 2011
Waarom moeders moeders nodig hebben...
donderdag 15 december 2011
Heerlijks voor hongerige vogels... Roos trakteert!
Deze snoepstokjes voor vogels maakte ik voor het eerst met kleuters uit de derde kleuterklas. Ze waren eigenlijk zo simpel te maken, dat de kleuters er op 25 minuten zeker 70 klaar hadden. Moest dus zeker ook lukken met mijn peuter.
Bereid je voor op een heleboel plak aan de handjes en een indringende pindakaas-geur in huis! Ze zijn super om te maken én om op te eten (voor de vogels dan toch).
Wat heb je nodig?
- Dennenappels (best gedroogd op de verwarming, maar daar had ik nu even geen tijd voor)
- Pindakaas
- Zaadjes voor vogels!
Hoe begin je er aan?
Klaar! Kijken maar...
Bereid je voor op een heleboel plak aan de handjes en een indringende pindakaas-geur in huis! Ze zijn super om te maken én om op te eten (voor de vogels dan toch).
Wat heb je nodig?
- Dennenappels (best gedroogd op de verwarming, maar daar had ik nu even geen tijd voor)
- Pindakaas
- Zaadjes voor vogels!
Hoe begin je er aan?
Klaar! Kijken maar...
dinsdag 13 december 2011
Baby don't cry...
Mijn kleinste vent heeft best wel pit. Hoe klein hij ook is, hij kan altijd feilloos laten weten wat hij wil. Meestal is dat eten. Of gewoon mama. Of een combinatie van de twee, als dat even kan. Hij kent ook niet 'even wachten', hij moet het gewoon nu, onmiddellijk. En als dat niet lukt, zettie het op een gillen.
Letterlijk gillen, het is een beetje meisjesachtig zelfs. We lachen er al mee, mijn man en ik. Hopelijk krijgt hij snel de baard in de keel, onze stoere bink.
In ieder geval, ik haat het. Dat gillend geluidje. Alsof mijn hersenen onmiddellijk alles vertalen naar gewone mensentaal: "Mama, ik wil bij je zijn!!! Ik wil in je arm liggen!!!". Ik zou er alles voor laten vallen. Zo lang hij maar niet huilt. Dan breekt mijn mamahart in duizend stukjes. Bij mijn dochter heb ik trouwens net hetzelfde. Haar horen huilen maakt me zo groot als een muis.
Even twijfelde ik of Zoonlief onder de categorie 'huilbaby' ging vallen. Ik mocht er niet aan denken. Gelukkig is er duidelijk verbetering merkbaar. Waarschijnlijk heeft dit ook veel te maken met mijn relativeringsvermogen dat elke dag een beetje toeneemt. Weent ie? Geen probleem. Neem ik hem wel even op de arm, wat mama-tanken en hij valt, helemaal rozig, in slaap. Of ik waggel hem wat heen en weer in de draagdoek. Vindt hij ook echt geweldig. Een diepe zucht en meneer is van de wereld verdwenen.
Knap van al die mama's en papa's vind ik, die dat wel kunnen. Dat gillend geluidje met luide stem overpraten: "Ja, gewoon even negeren hoor, gaat zo wel weer over!". Ik kan het niet, soms zou ik willen dat ik het kon, maar het lukt me niet. Ook 's nachts niet.
Onze dochter weet dit natuurlijk prima uit te spelen. Papa werken 's nachts? Bij een te luide zucht afkomstig uit haar kamertje, til ik haar uit bed en lekker dicht bij mamie slapen. Ik weet wel dat sommige mensen dit helemaal niet goedkeuren. 'Binnenkort slaapt ze altijd bij jullie!'
Neen hoor, want dat laat Papa niet gebeuren. Hij is zuinig op zijn plekje in bed. Maar als hij er niet is, vind ik het stiekem heerlijk, dat ze 's nachts wakker wordt, en lekker warm tegen mij aan kruipt. "Mama aartjes stelen?" fluistert ze dan, en ze legt mijn hand liefdevol op haar hoofdje.
Laat ze maar een keertje meer gillen of huilen, dan heb ik weer een extra excuus voor een momentje heerlijk mama-tanken!
Letterlijk gillen, het is een beetje meisjesachtig zelfs. We lachen er al mee, mijn man en ik. Hopelijk krijgt hij snel de baard in de keel, onze stoere bink.
In ieder geval, ik haat het. Dat gillend geluidje. Alsof mijn hersenen onmiddellijk alles vertalen naar gewone mensentaal: "Mama, ik wil bij je zijn!!! Ik wil in je arm liggen!!!". Ik zou er alles voor laten vallen. Zo lang hij maar niet huilt. Dan breekt mijn mamahart in duizend stukjes. Bij mijn dochter heb ik trouwens net hetzelfde. Haar horen huilen maakt me zo groot als een muis.
Even twijfelde ik of Zoonlief onder de categorie 'huilbaby' ging vallen. Ik mocht er niet aan denken. Gelukkig is er duidelijk verbetering merkbaar. Waarschijnlijk heeft dit ook veel te maken met mijn relativeringsvermogen dat elke dag een beetje toeneemt. Weent ie? Geen probleem. Neem ik hem wel even op de arm, wat mama-tanken en hij valt, helemaal rozig, in slaap. Of ik waggel hem wat heen en weer in de draagdoek. Vindt hij ook echt geweldig. Een diepe zucht en meneer is van de wereld verdwenen.
Knap van al die mama's en papa's vind ik, die dat wel kunnen. Dat gillend geluidje met luide stem overpraten: "Ja, gewoon even negeren hoor, gaat zo wel weer over!". Ik kan het niet, soms zou ik willen dat ik het kon, maar het lukt me niet. Ook 's nachts niet.
Onze dochter weet dit natuurlijk prima uit te spelen. Papa werken 's nachts? Bij een te luide zucht afkomstig uit haar kamertje, til ik haar uit bed en lekker dicht bij mamie slapen. Ik weet wel dat sommige mensen dit helemaal niet goedkeuren. 'Binnenkort slaapt ze altijd bij jullie!'
Neen hoor, want dat laat Papa niet gebeuren. Hij is zuinig op zijn plekje in bed. Maar als hij er niet is, vind ik het stiekem heerlijk, dat ze 's nachts wakker wordt, en lekker warm tegen mij aan kruipt. "Mama aartjes stelen?" fluistert ze dan, en ze legt mijn hand liefdevol op haar hoofdje.
Laat ze maar een keertje meer gillen of huilen, dan heb ik weer een extra excuus voor een momentje heerlijk mama-tanken!
Labels:
dragen,
huilen,
natuurlijk ouderschap,
samen slapen
zaterdag 10 december 2011
Geen Melk-reclamedrukwerk a.u.b.
"Start gezond, blijf gezond!", dit stond op de envelop die vrijdagochtend in mijn brievenbus zat. Reclame. Niet zomaar, neen, reclame voor flesvoeding. Op zich heb ik niets tegen flesvoeding, we moeten maar blij zijn dat zoiets bestaat, maar ik hoef het niet in mijn brievenbus. Ik begrijp al niet dat er reclame wordt gemaakt voor een product als dit. Niet voor niets is hier zelfs een wetgeving over, die ze natuurlijk handig weten te omzeilen...
Het begint al met die slogan. "Start gezond (met borstvoeding bedoelen ze dan), blijf gezond (met hun flesvoeding)". Hieronder zetten ze dan een foto van een baby van een maand of twee met een fles in z'n mond. Zo vreselijk fout! Je kan ook gewoon gezond bezig zijn door lang borstvoeding te geven! Maar daar knelt het schoentje... Lang borstvoeding geven, dan kleef je onmiddellijk een sticker met 'borstvoedingsfanatiekeling' op je kop. Daar heb je de geitenwollensokken al...
Borstvoeding geven aan een baby van twee maanden? Dat is helemaal oké. Meer zelfs, de laatste tijd wordt steeds meer en meer verwacht dat je dit doet (hoera!), maar borstvoeding geven aan een grote baby? Of aan een peuter? Oh wee! Dat is een heel ander paar mouwen... Dus, wat doen die vreselijke reclamefolders? Als we ons al niet af en toe onzeker voelde, bij het voeden van onze al wat grotere baby, wordt er nog een beetje meer op ons gevoel gespeeld! Je kan ze het bijna horen fluisteren... (net als die oude tante, die van de flesjes-generatie is) "Wordt het eens geen tijd voor een fles?"
Nieuwsgierig als ik ben, bladerde ik de reclamefolder door. Ik vroeg me écht af hoe je iets als flesvoeding promoot. Het is tenslotte zo nep als wat. Wat kan je erover schrijven? Wat ik al vreesde natuurlijk... Een letterlijk citaat: "Een van de vele voordelen van flesvoeding is dat een vader of tante ook eens een flesje kan geven."
Mijn tenen krullen hiervan! Wat een misleidende reclame! In de eerste plaats vind ik het (en nu ben ik waarschijnlijk erg egoïstisch) niet nodig dat een ander mijn kind voedt. Het is immers 9 maanden door mij gevoed, ik zou niet weten waarom ik dit nu plots zou moeten veranderen.
Maar, tweede punt, niet te vergeten, we leven in een moderne wereld, waar zoiets als een kolf een prima oplossing is voor dit 'probleem'. 10 Minuten aan de kolf en hup, daar kan papie een flesje geven aan zoon- of dochterlief.
Een ander 'voordeel' zou zijn dat je als mama eens wat meer gedaan zou krijgen... Hoe bedoelen ze dat dan? Je kind moet toch 'eten' krijgen en daar neem je toch sowieso je tijd voor? Ik kan me niet voorstellen dat een 'flesje' geven minder tijd in beslag neemt. Ik mag er niet aan denken... flesjes afwassen, steriliseren, altijd melkpoeder én water meeslepen... Ik ben hier gewoon te lui voor! Borstvoeding, dat is snel en makkelijk. Trui omhoog en hap... we zijn vertrokken!
Bij deze roep ik alle borstvoedingsmama's op. Laten wij eens een reclamefolder in elkaar boksen? De voordelen van borstvoeding? Ik denk niet dat het in de brievenbussen zou passen! En, na drie maanden, is borstvoeding nog steeds gi-gan-tisch gezond voor dat kleine dutsje, dus gaan we lekker door!
"Start gezond, blijf gezond"? Dat ben ik nu echt helemaal van plan! Bedankt Nestlé, voor de boodschap, maar binnenkort misschien toch een ander fotootje op jullie envelop?
Het begint al met die slogan. "Start gezond (met borstvoeding bedoelen ze dan), blijf gezond (met hun flesvoeding)". Hieronder zetten ze dan een foto van een baby van een maand of twee met een fles in z'n mond. Zo vreselijk fout! Je kan ook gewoon gezond bezig zijn door lang borstvoeding te geven! Maar daar knelt het schoentje... Lang borstvoeding geven, dan kleef je onmiddellijk een sticker met 'borstvoedingsfanatiekeling' op je kop. Daar heb je de geitenwollensokken al...
Borstvoeding geven aan een baby van twee maanden? Dat is helemaal oké. Meer zelfs, de laatste tijd wordt steeds meer en meer verwacht dat je dit doet (hoera!), maar borstvoeding geven aan een grote baby? Of aan een peuter? Oh wee! Dat is een heel ander paar mouwen... Dus, wat doen die vreselijke reclamefolders? Als we ons al niet af en toe onzeker voelde, bij het voeden van onze al wat grotere baby, wordt er nog een beetje meer op ons gevoel gespeeld! Je kan ze het bijna horen fluisteren... (net als die oude tante, die van de flesjes-generatie is) "Wordt het eens geen tijd voor een fles?"
Nieuwsgierig als ik ben, bladerde ik de reclamefolder door. Ik vroeg me écht af hoe je iets als flesvoeding promoot. Het is tenslotte zo nep als wat. Wat kan je erover schrijven? Wat ik al vreesde natuurlijk... Een letterlijk citaat: "Een van de vele voordelen van flesvoeding is dat een vader of tante ook eens een flesje kan geven."
Mijn tenen krullen hiervan! Wat een misleidende reclame! In de eerste plaats vind ik het (en nu ben ik waarschijnlijk erg egoïstisch) niet nodig dat een ander mijn kind voedt. Het is immers 9 maanden door mij gevoed, ik zou niet weten waarom ik dit nu plots zou moeten veranderen.
Maar, tweede punt, niet te vergeten, we leven in een moderne wereld, waar zoiets als een kolf een prima oplossing is voor dit 'probleem'. 10 Minuten aan de kolf en hup, daar kan papie een flesje geven aan zoon- of dochterlief.
Een ander 'voordeel' zou zijn dat je als mama eens wat meer gedaan zou krijgen... Hoe bedoelen ze dat dan? Je kind moet toch 'eten' krijgen en daar neem je toch sowieso je tijd voor? Ik kan me niet voorstellen dat een 'flesje' geven minder tijd in beslag neemt. Ik mag er niet aan denken... flesjes afwassen, steriliseren, altijd melkpoeder én water meeslepen... Ik ben hier gewoon te lui voor! Borstvoeding, dat is snel en makkelijk. Trui omhoog en hap... we zijn vertrokken!
Bij deze roep ik alle borstvoedingsmama's op. Laten wij eens een reclamefolder in elkaar boksen? De voordelen van borstvoeding? Ik denk niet dat het in de brievenbussen zou passen! En, na drie maanden, is borstvoeding nog steeds gi-gan-tisch gezond voor dat kleine dutsje, dus gaan we lekker door!
"Start gezond, blijf gezond"? Dat ben ik nu echt helemaal van plan! Bedankt Nestlé, voor de boodschap, maar binnenkort misschien toch een ander fotootje op jullie envelop?
woensdag 7 december 2011
Naar het mama-examen!
Mama zijn is niet zo simpel. Het is zelfs een erg moeilijk 'ding' om te zijn. Want waar is meer over te doen dan over 'hoe je een goede mama' bent?
Vandaag ging ik voor het eerst met mijn kleinste vent op consultatie op het welgekende consultatiebureau. Dan knikken mijn knieën al ruim twee uur op voorhand. Gaan ze mijn manier van opvoeden wel goedkeuren? Alsof ik uiteindelijk zou veranderen...
Na de gebruikelijke vragen en goedoverwogen antwoorden vanuit mijn kant, daalt de hoeveelheid adrenaline in mijn bloed aanzienlijk... Oef, test doorstaan...
"Slaapt hij op zijn rug?"
"Tuurlijk!" (Neen, hij slaapt op zijn zij, zo ligtie beter, maar dat vertel ik je beter niet, je antwoord is voorspelbaar...)
"Hij heeft al een goede regelmaat in zijn voedingen?"
"Absoluut! Hij laat zéker drie uur tussen!" (Neen, hij eet als het hem uitkomt en dat is zo'n 12keer per dag maar laat dat vooral MIJN en niet JOUW probleem zijn..)
Het is best niet onverstandig de infobrochure voor je bezoek even door te nemen, zo ben je op de hoogte van wat je verondersteld bent te zeggen. In ieder geval, bij een tweede kind ga je daar toch een beetje soepeler mee om. Je kan best veel ja zeggen en volledig mee praten met diegene die voor je zit.
Niet dat ik het helemaal slecht vind, zo'n bureau. Ze moeten er zijn, natuurlijk. Alleen zijn ze een beetje te erg gericht op hun visie. En ik op de mijne, jammer genoeg.
Want waarom toch al die regeltjes? In mijn buik heerste geen regeltjes. Mijn kids aten negen maanden zonder enige regelmaat (dat denk ik toch) en dat is, de dag dat ze hun voetjes op de wereld zetten, hetzelfde gebleven. Honger is eten. Eten is mama. Mama is beschikbaar. 24u, net als in de buik.
Mijn zoontje is een echte plakker. Hij plakt het liefst de hele dag lekker tegen mijn borst, en als hij mag kiezen, met zijn neus pal tegenover een tepel. Kan hij daar -een beetje scheel- naar staren. Pure verafgoding is dat. En pure verafgoding langs beide kanten. Niets is mooier dan dat overgelukkige snoetje, voldaan, met een druppeltje melk langs de zijkant van die mondhoek.
Moet hij nu in zijn wiegje gaan slapen? (Ja hoor! Rust, reinheid en regelmaat!) Wel, daar heb ik wel een leugentje voor bestwil voor over. Of beter gezegd, voor 'BORSTWIL'!
Vandaag ging ik voor het eerst met mijn kleinste vent op consultatie op het welgekende consultatiebureau. Dan knikken mijn knieën al ruim twee uur op voorhand. Gaan ze mijn manier van opvoeden wel goedkeuren? Alsof ik uiteindelijk zou veranderen...
Na de gebruikelijke vragen en goedoverwogen antwoorden vanuit mijn kant, daalt de hoeveelheid adrenaline in mijn bloed aanzienlijk... Oef, test doorstaan...
"Slaapt hij op zijn rug?"
"Tuurlijk!" (Neen, hij slaapt op zijn zij, zo ligtie beter, maar dat vertel ik je beter niet, je antwoord is voorspelbaar...)
"Hij heeft al een goede regelmaat in zijn voedingen?"
"Absoluut! Hij laat zéker drie uur tussen!" (Neen, hij eet als het hem uitkomt en dat is zo'n 12keer per dag maar laat dat vooral MIJN en niet JOUW probleem zijn..)
Het is best niet onverstandig de infobrochure voor je bezoek even door te nemen, zo ben je op de hoogte van wat je verondersteld bent te zeggen. In ieder geval, bij een tweede kind ga je daar toch een beetje soepeler mee om. Je kan best veel ja zeggen en volledig mee praten met diegene die voor je zit.
Niet dat ik het helemaal slecht vind, zo'n bureau. Ze moeten er zijn, natuurlijk. Alleen zijn ze een beetje te erg gericht op hun visie. En ik op de mijne, jammer genoeg.
Want waarom toch al die regeltjes? In mijn buik heerste geen regeltjes. Mijn kids aten negen maanden zonder enige regelmaat (dat denk ik toch) en dat is, de dag dat ze hun voetjes op de wereld zetten, hetzelfde gebleven. Honger is eten. Eten is mama. Mama is beschikbaar. 24u, net als in de buik.
Mijn zoontje is een echte plakker. Hij plakt het liefst de hele dag lekker tegen mijn borst, en als hij mag kiezen, met zijn neus pal tegenover een tepel. Kan hij daar -een beetje scheel- naar staren. Pure verafgoding is dat. En pure verafgoding langs beide kanten. Niets is mooier dan dat overgelukkige snoetje, voldaan, met een druppeltje melk langs de zijkant van die mondhoek.
Moet hij nu in zijn wiegje gaan slapen? (Ja hoor! Rust, reinheid en regelmaat!) Wel, daar heb ik wel een leugentje voor bestwil voor over. Of beter gezegd, voor 'BORSTWIL'!
Labels:
borstvoeding,
consultatiebureau,
opvoeden,
regelmaat,
regeltjes
dinsdag 6 december 2011
De grote erfelijkheidskwestie
Al enkele weken speelt het door mijn hoofd een blog te beginnen. Ik heb mij dan ook suf gepiekerd over de naam, wat ik nu precies kwijt wilde en waarom.
Uiteindelijk weet ik het nog steeds niet, maar ik had even tijd en dacht 'ik begin er gewoon aan'. We zien wel waar het uitkomt...
Nu, een onderwerp vinden om mijn blog mee te beginnen leek me niet zo simpel. Er is zoveel waar ik het over wil hebben (ik ben nogal een prater), en dus moet ik een keuze maken. Het is nogal evident dat ik, in de wirwar van keuzemogelijkheden kies voor wat voor mij het belangrijkst is, en dat zijn niemand minder dan Roos en Floris.
Mijn kinderen, mijn eigen eigen halve ik. En half de man van wie ik zielsveel hou. Hoe kan het beter. Over dat half-half wil ik het trouwens hebben. De dag dat ik hoorde dat ik zwanger was van mijn oudste kind, werd ik overvallen door angst. Mijn man en ik, ieder half om half in een mengeling? Arm kind, het was gedoemd om er -op z'n liefst gezegd- raar uit te zien, zo dacht ik. Ik kon het me moeilijk voorstellen. Kreeg ze dan een groen en een bruin oog? Een grote en een kleine oor? Wat zou een mengeling van onze neuzen geven? Gelukkig voor haar, kreeg ze het beste van ons twee, en is ze een stuk, al zeg ik het zelf. Net zoals onze zoon trouwens, die er, op zijn beurt, ook in slaagde een kanjer te worden.
Toch, vanaf die eerste dag werd druk gespeculeerd op wie ons kind (en later onze kinderen) zou lijken. Ik had zo mijn idee natuurlijk. Ze moesten dit en dat van mij hebben, en dat en dit van mijn man.
Op 7 januari begon het allemaal. Roos kwam ter wereld en wat bleek? Ze was in elkaar gezet met wisselstukken van de hele familie! Tot haar tenen (individueel natuurlijk) werd ze gekeurd! Haar duim had ze van tante weet-ik-wie en haar grote teen was beslist die van de overnonkel van nonkel verweg. Tot mijn verbazing spraken mijn ouders en schoonouders constant tegen, alsof het een wedstrijd was 'wie het meest in Roos heeft gepropt' of 'wie de sterkste genen heeft'.
Met nummer twee vond ik dat dit soort situaties maar moesten worden vermeden en al vanaf de eerste minuut bezoek op de kamer in het ziekenhuis verkondigde ik dat hij op niemand leek, alleen op zijn zus. Eigenlijk is niets minder waar, hij lijkt wel op zijn zus, maar nog veel meer op een verre neef. Nu niet die neef waar ik echt dik mee ben, maar wat doe je daar aan? Hij kwam op de wereld en was wie hij was...Prachtig! Kunnen we dus besluiten dat mijn kinderen gewoon op zichzelf lijken, en de rest van de familie buiten het 'bed' (want daar werden ze toch gemengeld?) houden? Mooi, dan kan ik met een gerust hart slapen... :)
Uiteindelijk weet ik het nog steeds niet, maar ik had even tijd en dacht 'ik begin er gewoon aan'. We zien wel waar het uitkomt...
Nu, een onderwerp vinden om mijn blog mee te beginnen leek me niet zo simpel. Er is zoveel waar ik het over wil hebben (ik ben nogal een prater), en dus moet ik een keuze maken. Het is nogal evident dat ik, in de wirwar van keuzemogelijkheden kies voor wat voor mij het belangrijkst is, en dat zijn niemand minder dan Roos en Floris.
Mijn kinderen, mijn eigen eigen halve ik. En half de man van wie ik zielsveel hou. Hoe kan het beter. Over dat half-half wil ik het trouwens hebben. De dag dat ik hoorde dat ik zwanger was van mijn oudste kind, werd ik overvallen door angst. Mijn man en ik, ieder half om half in een mengeling? Arm kind, het was gedoemd om er -op z'n liefst gezegd- raar uit te zien, zo dacht ik. Ik kon het me moeilijk voorstellen. Kreeg ze dan een groen en een bruin oog? Een grote en een kleine oor? Wat zou een mengeling van onze neuzen geven? Gelukkig voor haar, kreeg ze het beste van ons twee, en is ze een stuk, al zeg ik het zelf. Net zoals onze zoon trouwens, die er, op zijn beurt, ook in slaagde een kanjer te worden.
Toch, vanaf die eerste dag werd druk gespeculeerd op wie ons kind (en later onze kinderen) zou lijken. Ik had zo mijn idee natuurlijk. Ze moesten dit en dat van mij hebben, en dat en dit van mijn man.
Op 7 januari begon het allemaal. Roos kwam ter wereld en wat bleek? Ze was in elkaar gezet met wisselstukken van de hele familie! Tot haar tenen (individueel natuurlijk) werd ze gekeurd! Haar duim had ze van tante weet-ik-wie en haar grote teen was beslist die van de overnonkel van nonkel verweg. Tot mijn verbazing spraken mijn ouders en schoonouders constant tegen, alsof het een wedstrijd was 'wie het meest in Roos heeft gepropt' of 'wie de sterkste genen heeft'.
Met nummer twee vond ik dat dit soort situaties maar moesten worden vermeden en al vanaf de eerste minuut bezoek op de kamer in het ziekenhuis verkondigde ik dat hij op niemand leek, alleen op zijn zus. Eigenlijk is niets minder waar, hij lijkt wel op zijn zus, maar nog veel meer op een verre neef. Nu niet die neef waar ik echt dik mee ben, maar wat doe je daar aan? Hij kwam op de wereld en was wie hij was...Prachtig! Kunnen we dus besluiten dat mijn kinderen gewoon op zichzelf lijken, en de rest van de familie buiten het 'bed' (want daar werden ze toch gemengeld?) houden? Mooi, dan kan ik met een gerust hart slapen... :)
Abonneren op:
Posts (Atom)