dinsdag 6 december 2011

De grote erfelijkheidskwestie

Al enkele weken speelt het door mijn hoofd een blog te beginnen. Ik heb mij dan ook suf gepiekerd over de naam, wat ik nu precies kwijt wilde en waarom.
Uiteindelijk weet ik het nog steeds niet, maar ik had even tijd en dacht 'ik begin er gewoon aan'. We zien wel waar het uitkomt...

Nu, een onderwerp vinden om mijn blog mee te beginnen leek me niet zo simpel. Er is zoveel waar ik het over wil hebben (ik ben nogal een prater), en dus moet ik een keuze maken. Het is nogal evident dat ik, in de wirwar van keuzemogelijkheden kies voor wat voor mij het belangrijkst is, en dat zijn niemand minder dan Roos en Floris.

Mijn kinderen, mijn eigen eigen halve ik. En half de man van wie ik zielsveel hou. Hoe kan het beter. Over dat half-half wil ik het trouwens hebben. De dag dat ik hoorde dat ik zwanger was van mijn oudste kind, werd ik overvallen door angst. Mijn man en ik, ieder half om half in een mengeling? Arm kind, het was gedoemd om er -op z'n liefst gezegd- raar uit te zien, zo dacht ik. Ik kon het me moeilijk voorstellen. Kreeg ze dan een groen en een bruin oog? Een grote en een kleine oor? Wat zou een mengeling van onze neuzen geven? Gelukkig voor haar, kreeg ze het beste van ons twee, en is ze een stuk, al zeg ik het zelf. Net zoals onze zoon trouwens, die er, op zijn beurt, ook in slaagde een kanjer te worden.

Toch, vanaf die eerste dag werd druk gespeculeerd op wie ons kind (en later onze kinderen) zou lijken. Ik had zo mijn idee natuurlijk. Ze moesten dit en dat van mij hebben, en dat en dit van mijn man.

Op 7 januari begon het allemaal. Roos kwam ter wereld en wat bleek? Ze was in elkaar gezet met wisselstukken van de hele familie! Tot haar tenen (individueel natuurlijk) werd ze gekeurd! Haar duim had ze van tante weet-ik-wie en haar grote teen was beslist die van de overnonkel van nonkel verweg. Tot mijn verbazing spraken mijn ouders en schoonouders constant tegen, alsof het een  wedstrijd was 'wie het meest in Roos heeft gepropt' of 'wie de sterkste genen heeft'.

Met nummer twee vond ik dat dit soort situaties maar moesten worden vermeden en al vanaf de eerste minuut bezoek op de kamer in het ziekenhuis verkondigde ik dat hij op niemand leek, alleen op zijn zus. Eigenlijk is niets minder waar, hij lijkt wel op zijn zus, maar nog veel meer op een verre neef. Nu niet die neef waar ik echt dik mee ben, maar wat doe je daar aan? Hij kwam op de wereld en was wie hij was...Prachtig! Kunnen we dus besluiten dat mijn kinderen gewoon op zichzelf lijken, en de rest van de familie buiten het 'bed' (want daar werden ze toch gemengeld?) houden? Mooi, dan kan ik met een gerust hart slapen... :)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten